
Aanbrengen van uw zachte contactlenzen
HANDEN WASSEN
Voordat u uw ogen of uw contactlenzen aanraakt, was altijd eerst uw handen goed met zeep (bij voorkeur een vloeibare, niet geparfumeerde, antibacteriële zeep). Daarna uw handen goed afspoelen en afdrogen met een pluisvrije handdoek. Maak er een gewoonte van altijd eerst uw rechterlens in te doen. Zo raken de lenzen nooit per ongeluk verwisseld.
BINNENSTEBUITEN
Controleer of de lens niet binnenstebuiten is gedraaid. Leg de lens op het topje van uw vinger en houd hem tegen het licht. Als de randen naar buiten afbuigen, zit de lens binnenstebuiten. Als de lens een mooi rond kommetje vormt, dan zit hij goed en kunt u hem indoen. De meeste lenzen hebben een indicator, hiermee kunt eenvoudig zien of de lens niet binnenstebuiten is. Houd hem tegen het licht. Als de cijfers goed staan, zit de lens ook goed.
AANBRENGEN
Gebruik uw andere hand om voorzichtig uw bovenste ooglid op te tillen, zodat u niet kunt knipperen met het oog wanneer u de lens indoet.
1. Gebruik nu een vinger van de hand waarmee u de lens indoet om het onderste ooglid naar beneden te trekken.
2. Breng de contactlens nu voorzichtig naar het oog. Als u hierbij omhoog kijkt, gaat het indoen makkelijker.
3. Laat uw oogleden los en houd het oog even gesloten zodat de lens op zijn plaats kan glijden.
4. Herhaal deze routine voor het linkeroog.